Jevíčko

Jevíčko is een Moravische stad in het zuidoostelijke punt van de regio Pardubice in het district Svitavy. Jevíčko is het natuurlijke en tegelijkertijd economische centrum van de liefelijke streek, om zijn buitengewone vruchtbaarheid Malá Haná (Kleine Haná) genaamd. Het gebied strekt zich uit van Boskovice tot Trnávka, d.w.z. over een lengte van 25 km en een breedte van 3 - 5 km. De door beboste heuvels omringde laagvlakte Malá Haná vormt een onderdeel van een lange geologische breuk, geheten de Boskovická brázda (Boskovice groef), die men op elke geologische kaart vanaf Žamberk tot aan het Oostenrijkse Krems kan vinden. De historische kern van de stad is een stedelijke monumentenzone.

Geschiedenis

De eerste vermelding van de stad dateert uit 1249. De stad lag aan de handelsroute die Praag met Brno en Olomouc verbond. Er waren dus had goede omstandigheden voor een verdere ontwikkeling. In 1258 werd de stad door koning Přemysl Otakar II verheven tot koninklijke stad. In de stad werd het recht van Magdeburg toegepast. Begin 15de eeuw werd het omringd door stenen wallen met vier torens die naar de vier windstreken waren gekeerd. Tijdens de Hussitische Oorlogen werd de stad enkele keren ingenomen en uitgebrand. Tragisch voor de stad was ook de Dertigjarige Oorlog. In 1646 werd de stad ingenomen door Zweden. In 1680 stierven bij een pestepidemie bijna 400 inwoners van de stad. In de 18de eeuw werd tijdens de reformaties van keizer Jozef II het Augustijnenklooster en het adellijke hof opgeheven en werden de terreinen ervan verkaveld en verkocht. Voor de 2de Wereldoorlog leefde in de stad een talrijke Joodse gemeenschap en een Duitse minderheid.

Belangrijkste monumenten

Op het plein kunnen de bezoekers de pestzuil uit 1714 bezichtigen. Verder vindt men er een standbeeld van de Heilige Johannes van Nepomuk uit 1730 en een waterbron.